In 1967 kochten we ons eerste TV-toestel. Het was 'n 2de-handsje, waarde 75 gulden. Je kon er 4 zenders mee ontvangen; Nederland 1 - 2 en 2 Duitse zenders; WDR en ZD. Voor die twee laatste zenders was 'n apart voorzetkastje nodig. De antenne stond op de zolder en lag op de waslijnen. De Duitse zenders kwamen vanuit een andere richting onze zolder binnen. Hennie ging dan de zolder op en ik gaf dan de volgende instructies: Naar links, naar rechts, nog een beetje, ietsje terug en stop. Schakelden we over naar een Nederlandse zender dan begon deze ceremonie opnieuw. Zappen was er niet bij.
Wat me uit deze tijd is bijgebleven is de Duitse serie: Barfuss durch die Hölle. Ik meen dat 't 14 afleveringen geweest zijn. Toos en Wiel hebben die samen met ons gevolgd. Iedere week kwamen ze bij ons TV kijken. Het was vooral voor Toos en Hennie een dramische film met een ongewis, onbevredigend einde. Vlak bij huis zakt Kaji in elkaar. Het sneeuwt. Einde van de film.
Het verhaal:
Het is 1943, en een werknemer van een Japanse staalfabriek wordt aangesteld als directeur in een mijn in Mantsjoerije, dat door Japan bezet is. Kaji, de hoofdpersoon van de film, wordt er heengezonden omdat hij er van overtuigd is dat als je de arbeiders wat menselijker behandelt ze beter zullen presteren. De aanstelling betekent voor hem ook dat hij bij het leger wordt ingezet en dat hij kan trouwen met zijn geliefde Michiko. Ze gaan met zijn tweeën naar Mantsjoerije. In de mijn worden zijn pogingen de Chinese arbeiders menselijker te behandelen gedwarsboomd door een schofterige opzichter, Okazaki. Het wordt nog moeilijker als hij ook nog de leiding krijgt over een speciaal kamp met zeshonderd verhongerende krijgsgevangenen. Een legerofficier vertrouwt hem toe dat het hem niks kan schelen dat die mensen sterven, zolang ze maar niet ontsnappen. Er gaat van alles mis, hij wordt regelmatig verkeerd begrepen, gesaboteerd en op een bepaald moment wordt hij zelfs bijna geëxecuteerd omdat hij de onthoofding van een aantal krijgsgevangenen heeft voorkomen. Hij wordt wel gevangen gezet en in de legergevangenis zwaar mishandeld. Tenslotte wordt hij vrijgelaten, maar hij wordt meteen gedwongen in het leger te gaan. Hij wordt weggestuurd zonder dat hij afscheid kan nemen van zijn vrouw.In deel twee zit Kaji in het ijskoude noorden van Mantsjoerije, waar hij wordt getraind in het leger van Kwantung. Hij wordt scherp in de gaten gehouden omdat een politierapport hem tot communist bestempeld heeft. Als het legeronderdeel naar het front zal vertrekken mag hij van de commandant één nacht met zijn vrouw Michiko doorbrengen. Het leven aan het front is een regelrechte hel en een van zijn kameraden pleegt zelfmoord. Na de Duitse capitulatie wordt de slecht bewapende eenheid van Kaji aangevallen door Russische troepen. Tanks tegen geweren. Kaji overleeft het slagveld en gaat op zoek naar andere overlevenden.In deel drie wordt Kaji door de Russen gevangengenomen, en dat voelt niet bepaald als een bevrijding. Het Russische krijgsgevangenenkamp wordt geleid door Japanners die zich daar ernstig misdragen. Kaji vermoordt op het laatst in zijn wanhoop zelfs iemand en ontvlucht het kamp, naar Siberië, en hoopt zijn vrouw terug te vinden. Vlakbij zijn huis vriest hij dood.